Een goede oriëntatie van de moestuin
Stel: we hebben een huis gekocht met een tuin en het is onze wens een moestuin aan te leggen. Het spreekt vanzelf dat deze niet om het even waar aangelegd wordt. De oriëntatiekeuze van de teeltlijnen is heel belangrijk, als we ontgoochelingen en zelf complete mislukkingen willen voorkomen. Inderdaad zowel groenten – als siergewassen zijn gevoelig aan ofwel de felle zon ofwel veel schaduw. Hoe echter de ideale ligplaats bepalen?
We moeten uitgaan van het principe dat we in een moestuin zo veel mogelijk soorten groenten met succes kunnen verbouwen. Een plaats aan de volle zuidkant is de enige die gunstig is voor groenten die een maximum aan zon en warmte vragen, zoals tomaten, pepers en aubergines. Een ligging aan de noordkant is veel ingewikkelder, want de zon komt hier pas aan het einde van de dag. Met als gevolg dat de groenten heel lang in de schaduw staan. Slechts enkele groentensoorten kunnen op zo’n plaats goed groeien: sla, pastinaak, kervel, kool,… Een moestuin aan de oostzijde? Dat is een interessante maar toch beperkte ligging. We kunnen er geen vroege zaailingen uitvoeren of er tere groenten planten in de lente.
Niet alleen de ochtendzon kan dan schade veroorzaken, maar ook de oostenwind die in het begin van het seizoen fel tot zeer fel kan waaien.
Uiteindelijk en talrijke studies hebben dit bevestigd, is de meest gunstige oriëntatie voor teelten de westkant. Muren of hagen zijn bijkomende troeven om de teelten te beschermen tegen de koude wind. Zonder de groenten te benadelen en dus zonder dat onze gewassen verstoken zijn van water, licht en voedingselementen in de grond.